Hier kun je de code plakken voor de opmaak van de Blog sectie.
2 CATEGORY-BEZOEK.PHP
3 CATEGORY-BEZOEK.PHP
PIEP
Wat kunnen kleine beestjes toch een hoop herrie maken! In dit geval heb ik het over de kippenkuikens die in onze ontvangstruimte zijn komen wonen deze week. De afgelopen vijf dagen zijn er in totaal 60 uit het ei gekropen. 2 zijn er bij boerin Ada in de woonkamer. Die hebben speciale aandacht nodig, omdat ze met een handicap uit het ei zijn gekropen. Of ze het gaan redden, valt nog niet te zeggen. Het is fascinerend om te merken hoe snel je je kunt hechten aan een klein piepend vogeltje dat er een dag geleden nog niet was. Als er ineens zo’n intensieve verzorging wordt gevraagd, doet dat wat met je. Dat zal ik ook niet overdrijven. Als ze het niet redden, zijn we daarvan niet enorm van slag, maar het raakt ons wel even.
O nee?!?
57 bolletjes kuiken in twee kooien onder warmteplaten en warmtelampen om ze een goede start te geven. Ze gaan zo snel zo veel meer eten! En je ziet ze bijna groeien. De afgelopen weken selecteerden we eieren voor in de broedmachine, we keerden ze 2 keer per dag stuk voor stuk om, controleerden temperatuur en luchtvochtigheid, schouwden de eieren op ontwikkeling van leven, zetten een extra kachel in de ruimte voor de zekerheid, constateerden dat daardoor de stop was doorgeslagen en de broedmachine was uitgevallen (maar voor hoe lang???), maakten ons grote zorgen over het welslagen van de broederij, juichten bij het eerste kuiken dat uit het ei kroop, grijnsden een grote grijns toen er op een ochtend zo’n dertig kuikens door de broedmachine liepen en zetten na ruim 3 weken de machine uit.
Rocky
De oplettende lezer heeft gezien dat er nog een kuiken mist in het verhaal. Eentje kwam heel moeilijk uit zijn ei. Het duurde lang, maar wij durfden niet in te grijpen. Het uit het ei kruipen is een vormend proces, waar wij ons niet mee hebben te bemoeien. Maar dit keer duurde het te lang. En uiteindelijk hielpen we het kuiken uit zijn of haar ei. Een mager beestje, weinig dons ook. Het leek wel bijna versteend, misschien omdat het zo lang klem had gezeten. We gaven de naam Rocky. Na een dag in de ziekenboeg met intensieve verzorging (elk uur met de hand vocht en voer toedienen) is Rocky overgeplaatst naar de grote groep. Het is de jongste en dus met een achterstand. Wat een verschil die twee dagen maken! De andere kuikens lijken zó veel groter…
Ei-ei
En nu begint de volgende spannende periode voor de kuikens en voor ons. Ze hebben snel leren eten en drinken. Ze lijken het goed te hebben met elkaar. Ze zijn actief en groeien goed. De dons begint hier en daar al plaats te maken voor een vleugel. Een paar weken zijn ze binnen en dan gaan ze naar de grote stal. Waar ze veel meer ruimte hebben, hopelijk straks (na de ophokplicht) ook naar buiten kunnen. En dan over een klein half jaar zullen ze zelf weer hun eerste eieren gaan leggen. Het is een bijzonder voorrecht om deze ontwikkeling van dichtbij mee te mogen maken!
353 kilo
“Wat zijn we lekker aan het prutsen”, grinnikten we tegen elkaar op dinsdagmiddag, toen het eindelijk leek te lukken. Want prutsen is iets waar we tegenwoordig trots op zijn. Met dank aan een verhaal van collega Arjan Swinkels van de Stoerderij. Voor wie dat verhaal niet wil lezen (wat echt een gemiste kans zou zijn!), een prutser in dit verband is een kleinschalige boer die probeert geen geld uit te geven dat ‘ie niet heeft en toch een boerderij van de grond te krijgen. Inefficiënt, met heel hard werken, veel flexibiliteit, veel creativiteit en weinig slaap en weinig geld, dus.
Terug naar zondag. Op zondag zitten Ada en ik bij elkaar en dan plannen we de komende week en proberen we overzicht te krijgen of te houden over ons bedrijf. De slager heeft laten weten dat het vlees van de varkens en de geiten die we lieten slachten klaar ligt om opgehaald te worden. 34 dozen van zo’n 10 kilo gemiddeld. Wij hebben 2 vrieskisten op de boerderij. Daar passen – weten we van de vorige keer – zo’n 5 a 6 dozen vlees in. Waar laten we dan die andere 28 dozen?? Want de slager wil graag dat we alles in 1x meenemen. We kijken elkaar even aan. Dit is weer zo’n moment. Zo’n prutsmoment. We kunnen heel goed geiten groot brengen en varkens ook. De logistiek rond het slachten was een gedoe (daarover misschien een andere keer), maar dat is gelukt. En nu dit.
We kijken elkaar aan en besluiten: dit gaan we regelen. En we zetten onszelf gelijk onder druk, want Ada is de enige met een rijbewijs, dus die moet het vlees gaan halen. En Ada heeft vanaf woensdag vakantie. Dus het moet dinsdag geregeld… Op maandag bellen we een heleboel mensen in ons netwerk. Wie heeft er voldoende vriesruimte op een redelijke afstand van ons? Kunnen we een (mobiele) vriescel huren? Kunnen we ergens vriesruimte huren? We hebben heel veel lijntjes uitgezet, nu wachten wie er bijt en dan voorzichtig binnenhalen. Met het nodige achter mensen aan bellen en nog een keer vragen en nieuwe ideeën bedenken en verder bellen, krijgen we het voor elkaar. Denken we. Dinsdagmiddag om 12 uur kijken we elkaar weer aan. We lijken voldoende ruimte te hebben. Dan de slager bellen. Hoe laat kunnen we vandaag terecht? Tot half twee. Lelijk woord. Dat halen we niet. Morgenochtend vanaf 5 uur kunnen we weer terecht. Snel nemen we dat besluit. De vakantie van Ada begint een paar uur later.
Woensdagochtend om 6 uur stapt Ada in de auto en tegen achten staat ze weer op het erf. Wagen volgeladen… Dan begint onze logistieke opgave. 34 dozen vlees waarvan we aan de buitenkant alleen kunnen zien of er geiten- of varkensvlees in zit. Dus alles open maken, tellen hoeveel verpakkingen van elke soort en hoeveel dat in totaal weegt. Noteren op de doos en in de computer, zodat we een overzicht hebben. Als de stagiaires en meewerker arriveren, zetten we ze gelijk aan het werk. En al snel hebben we een ritme te pakken. Binnen korte tijd hebben we alles geïnventariseerd. Ada en ik besluiten welke dozen bij ons in de vriezers gaan. En welke dozen we verder weg stationeren. En dan gaan Ada en de meewerker die dozen op hun plek brengen. Dan rest Ada alleen nog de geleende auto terug te brengen (want wij hebben geen auto die zoveel ruimte heeft). De brandstofkosten vergoeden we in een paar heerlijke stukken vlees. Klaar!
Nou… dan begint het proces van elke verpakking wegen en noteren. Zodat we weten wat we in voorraad hebben en dat goed kunnen beheren. Tenslotte doen we via de Buurderij Haarlem aan online verkoop. En verkopen we het tegelijk in onze winkel. Het is een proces met veel stapjes om een stuk vlees van ons op uw bord te krijgen. Maar na de eerste smaakproeven kunnen we stellen dat het zeer de moeite waard is. En wij zijn trots dat we het weer zo voor elkaar hebben geprutst.
Geiten
Vanavond zit ik bij onze geiten. Voor zo ongeveer het laatst. Om afscheid te nemen. Morgen gaan de moederdieren weg met een aantal lammeren. De dag erna de laatste bokjes. Dan ben ik geen geitenboer meer.
Dit verhaal begint ongeveer twee jaar geleden. In juli 2018 tekenden Ada en ik een overeenkomst met projectontwikkelaar AM om als broer en zus de boerderij van de nieuwe woonwijk Wickevoort in het kleine Noord-Hollandse plaatsje Cruquius op te zetten. Een gemengd bedrijf op biologische grondslag om de wijk te voeden en te verbinden. Niet veel meer dan een maand na die ondertekening kwam collega-boer Jan ons terrein oprijden om 11 geitlammeren te brengen, 9 sikjes en 2 bokjes. Allemaal zo’n 4 tot 6 maanden oud. Ik was er niet bij. Ik stond op dat moment Jan zijn koeien te melken. Want dat kon ik. En trekker rijden met een aanhanger kon ik toen nog niet, maar dat is een ander verhaal.
Mijn zus was op dat moment nog op vakantie, dus mijn vrouw nam de honneurs waar en ontving de geiten. Zodra ik op de boerderij was, ging ik kijken. Met diepe dankbaarheid en vol vreugde riep ik uit: “Ik ben geitenboer”.
De geiten waren een van de vele onderdelen waarop we ons bedrijf wilden bouwen. Na stages en banen bij andere geitenboeren was ik er klaar voor. We hadden geen idee waar we aan begonnen.
Geiten houden in mobiele stallen, omgebouwde veewagens. Niemand om de kunst bij af te kijken, want niemand deed dat. Op de fiets versleepten we ontelbare balen hooi en stro dat we via de naastgelegen kinderboerderij konden betrekken. Een trekker rijbewijs haalde ik pas een half jaar later. In dat eerste najaar lieten we de bokken bij de sikken en wachtten af. In januari lieten we de geiten scannen en bleken er 6 drachtig. De andere drie brachten we nog een keer bij de (andere) bok. Nog 2 drachtig. En zo kregen we dat eerste jaar 11 lammeren. 6 sikken, 5 bokken. Aagje, Abel, Acacia, Adinda, Aedy, Afrodite, Agamemon, Ahira, Aiden, Ajoep en Akke. Wat een spannende tijd was dat! Niemand om op terug te vallen en vertrouwen op jezelf en je collega’s om al die aflammeringen goed te laten gaan. Half doorwaakte nachten, heel veel “valse meldingen”, maar het liep geweldig. Elke 2-3 uur was er iemand bij de geiten om te checken of het allemaal goed ging. Zo’n 10 weken lang. Intensief. Uitputtend. Ontroerend.
Ondanks die zeer frequente controles werden Aagje en Abel geboren zonder een mens in de buurt. Moeder Lily was zelf in de twee-en-een-half uur dat ik er niet was, teruggelopen uit de wei naar de wagen om haar lammeren te werpen. Ik weet nog goed dat ik aan kwam lopen en me afvroeg waarom er toch ineens een poes in onze geitenstal zat. Maar dichterbij zag ik dat de poes een lam was. Goddank gezond en wel. Ons eerste lam!
Rond die tijd hebben we een van onze bokken, Kuifje, laten castreren. Hij ging zo wild doen, dat het gevaarlijk was om bij de bokken in de wei te stappen. Na de operatie (ook weer een heel nieuwe ervaring!) was hij weer de lieve Kuifje die zo gezellig een knuffel bij je kwam halen.
Het is zo mooi om van alle geiten de individuele karakters te zien en te kennen. Wie ontsnapt er het snelst, wie bijt er snel in je been of arm, wie wil er graag een knuffel, wie staat vooraan bij het eten, wie is een zorgzame moeder, enzovoort.
Een enkele keer hadden we een zieke geit. Meestal konden we die met homeopathische middelen weer gezond krijgen. Soms was er iets anders nodig. Een geit, Elske, hebben we wekenlang gedwangvoerd, omdat ze niet wilde eten. Verschillende medicijnen baatten niet, maar we zijn blijven zoeken en vonden het. We trokken haar er doorheen.
Afgelopen voorjaar kregen we 23 lammeren Drie hebben het niet gered. Dat was een zware dobber. Ook nu hebben we weer nachten gewaakt, flesvoeding gegeven, medicatie, maar deze keer was het niet voldoende.
20 levende, springende, rennende lammeren. Wat een rijkdom. Die hebben veel aandacht nodig. Dus vroegen we vrijwilligers om te komen helpen met socialiseren, met de lammeren laten wennen aan mensen. Een flinke groep vrijwilligers meldde zich aan en met elkaar hebben we een heel rustige, aanhankelijke kudde gebouwd. Van 13 moeders en 20 lieve donderstenen.
Urenlang zou ik nog door kunnen schrijven, want de geiten hebben een diepe indruk op me gemaakt. Ze hebben me intens geraakt. Ik heb ze af en toe vervloekt, want wat kunnen die beesten eigenwijs zijn. En ook juist daarom heb ik heel veel plezier met ze gehad.
Maar ik stop hier met schrijven. Ik wilde een inkijkje geven in mijn leven met, inzet voor en liefde voor onze kudde.
Dat komt deze week tot een einde. We hebben geen vergunning gekregen om geiten te houden. Omdat er in de politiek vanuit angst wordt geregeerd en er geen ruimte is voor maatwerk. Met trots kijk ik terug op wat we hebben opgebouwd. Met hoop kijk ik vooruit naar nieuwe avonturen. Want we hebben nog voldoende andere bedrijfsonderdelen.
Maar nu overheerst het verdriet. Ik ben geen geitenboer. Dat doet pijn.
– Martin
Loopt alles een beetje? En spannende plannen voor volgend jaar?
Dat vroeg een ex-klasgenoot, mede-Warmonderhoffer dus, aan mij vorige week in een appje. Voor ik het doorhad, had ik een blog geantwoord…
Het is hier nog altijd enorm dynamisch. We hebben op zich onze handen vol aan de opbouw van het bedrijf, maar er zijn nog wat factoren die erbij komen: Ada moet komende maand verhuizen, omdat haar tijdelijke woning wordt gesloopt. Ze gaat erop vooruit en blijft op het terrein, maar het is evengoed heftig (m.n. ook voor de kinderen) en veel werk. Ik ben nu 2 dagen in de week aan het werk bij SEIN (de zorginstelling naast ons) in de groenvoorziening om voor wat broodnodige extra inkomsten te zorgen. Ook goed, maar het betekent verdeelde aandacht, minder tijd voor de boerderij en in het begin kost het toch ook extra energie om op een nieuwe plek aan de slag te gaan. De werkzaamheden voor het bouwrijp maken van de nieuwe woonwijk zijn in volle gang. Die hebben veel invloed op onze bedrijfsvoering, omdat we voor een deel op tijdelijke percelen zitten,. Dus de komende weken moeten zowel onze varkens als onze geiten (voor de derde keer) verhuizen. Dat kost behoorlijk veel tijd en energie. Ook zijn we erachter dat ze vorig jaar de grond voor onze tuin (die dus al was opgehoogd vóór de rest van de wijk), een paar graden verkeerd is aangelegd. Dus we kunnen volgend jaar opnieuw beginnen met omheining, paden en bedden lopen, etc. Niet dramatisch, maar wel jammer en ook dat kost allemaal weer tijd en energie.
Is het dan nog leuk? Ja! Ik geloof zo in het verhaal van wat wij aan het doen zijn en merk dat ook aan reacties van anderen. Er zijn zoveel kansen om mensen anders te laten denken, mee te krijgen, te veranderen, te inspireren door voedsel. Dat is tof. Passie. Soms is het moeilijk om dat te blijven zien, maar ik leer om daar de tijd voor te nemen. En ook om steeds bij mezelf terug te keren naar dat punt: waarvoor doe ik dit? Wat betekent het voor mij? Als ik dat blijf weten en voelen, kan ik heel veel aan!
Volgend jaar: we gaan leveren aan de nieuwe Buurderij in Haarlem, we gaan samenwerken met een BSO (die bij ons groente komen oogsten om met de kinderen mee te koken), met een school voor lessen op locatie, met een cateringbedrijf, met een middelbare school in de buurt, die zelf een CSA willen opstarten en ondersteuning (en extra producten) nodig hebben. En we gaan gewoon lekker door met lekker eten maken, zo goed mogelijk zorgen voor onze dieren en genieten van alles wat we meemaken en leren. Want dat is het wel: een leerproces!
Lange termijn
Een boerderij met een (coöperatieve?) winkel, een sfeervolle horecagelegenheid, met verschillende soorten vee, tuinbouw, fruitteelt, een aantal plaatsen voor zorgvragers en veel educatie en bewustmaking van hoe voedselproductie werkt, hoe belangrijk het is en hoe mooi. Midden in een woonwijk, midden in de Randstad. Een gemeenschap van mensen verzamelt zich, vormt zich, groeit en bloeit, in samenhang en samenspraak met de natuur en de landbouw. Waar mensen zich verbinden met elkaar en met de aarde dóór het eten. Da’s zo’n beetje onze visie, onze droom. Daar werken we aan en werken we voor.
Maar soms slaat de twijfel toe. Zal het wel lukken? Krijgen we het voor elkaar? Hoe dan? Wanneer dan? Want we gaan er niet moeilijk over doen: wij hebben het momenteel best zwaar. Daar zul je ons niet snel over horen klagen, en zo is het hier ook vooral niet bedoeld. Maar het is wel zo. We zijn twaalf tot vijftien uur per dag aan het werk. Zes dagen in de week. Zondag doen we een halve dag: dan redden we het in een uurtje of zeven. En op het moment levert het -financieel – bar weinig op. Als gezegd: dit is niet bedoeld als klaagzang, maar als beschrijving van onze werkelijkheid. We gaan u zo vertellen over onze avonturen, de prachtige momenten en al het goede nieuws. Maar we willen het hele verhaal vertellen … en niet alleen een romantisch beeld schilderen van hoe wij onze droom aan het leven zijn. We hadden allebei zin om vanaf (vanuit…) de grond iets op te bouwen. Zoals Martin het uitdrukt: zin om onze eigen fouten te maken. En dat zijn we aan het doen. Met heel veel plezier en met heel veel enthousiasme en met soms wat gesteun en gezucht. Dan geven we elkaar een knuffel of we gaan een geit knuffelen en dan kunnen we er weer tegen. En dan denken we aan de lange termijn. Want daar ligt onze droom, onze visie. En alles wat we nu doen, zijn bouwstenen voor die droom.
We hadden u prachtige momenten en goed nieuws beloofd. Zomaar een selectie van waar we dankbaar voor kunnen zijn: We organiseren een feest voor onze vrijwilligers en we nodigen daarvoor ruim 15 mensen uit. Zoveel mensen hebben zich in net een jaar tijd al met ons verbonden. Zij zetten zich ruimhartig in om ons te helpen onze droom te realiseren. Ontroerend.
Een vrouw die bijna dagelijks onze geiten en kippen ziwt, doneert spontaan een ruim bedrag om een nieuwe stalruimte te kunnen bouwen. Dankbaar.
We hebben de varkens een stuk nieuwe wei gegeven (zie foto verderop), bedenkend dat ze dat daar een tijd kunnen genieten van alle gevallen eikels. De volgende dag hebben ze alles op. Je kunt je in dat nieuwe stuk ook goed verstoppen. Genieten.
We hebben een najaarsactie bedacht om mensen in september nog de kans te geven kennis te maken met het zelf oogsten op de tuin. Na de eerste keer maakte een nieuwe deelnemer al zo veel promotie dat ze direct weer meer mensen “ronselde”. Een andere nieuwe deelnemer bood zich al aan om te helpen op markten om het verhaal te vertellen, “want ik ben zo enthousiast”. Hartverwarmend.
Een deeltijdstudent van Warmonderhof, opleiding voor bio-dynamische landbouw, is sinds september stagiair bij ons. Zo kunnen wij onze kennis en passie weer delen. Inspirerend.
Ach, en dan de dagelijkse vreugde van de omgang met de dieren, van een mooie bloem aan een bonenplant, van een ontkiemend zaadje, van courgettes die je bijna kan zien groeien, zó snel gaat dat. Nee, ons hoor je niet klagen. Soms hebben we het even zwaar, maar dan kijken we weer vooruit naar waar we heen willen en dan gaan we vol vertrouwen voorwaarts. Want het is al begonnen, merk je het niet?
Zomerkoning
De enige echte zomerkoning is uiteraard de aardbei. En daarvan hebben wij er veel. Nu nog niet uiteraard. Want de zomer is er nog niet. Alhoewel, wij zagen gisteren een behoorlijk grote vlucht zwaluwen op het land… Maar terug naar de aardbei, wij hebben veel planten. Vinden wij tenminste. Dus die moesten deze week “even” de grond in. Deze grond op onze tuin is vorige week door Theo, een vrijwilliger van het Historisch Museum Haarlemmermeer voor ons met de cultivator achter de trekker los gemaakt. Een cultivator is een metalen gevaarte met twee rijen scherpe tanden dat de aarde loswoelt. En dat was wel nodig ook, want door het uitblijven van regen was de bovenlaag van onze tuin k(l)eihard. Na de actie van Theo kunnen we de grond veel makkelijker bewerken. Met een leuke groep vrijwilligers zijn we maandag begonnen met planten. Al snel bleek dat dit toch nog pittig was, vanwege die omstandigheden. Dus op zoek naar water. Woensdagochtend om kwart over acht, direct na het melken, stonden wij dus in de winkel te luisteren naar uitleg over pompen en sproeien. En even later stonden wij op de tuin met onze nieuwe pomp, etc. “Even” aansluiten. Een goede 2 uur later hadden we het geheel aan de praat zoals wij dat wilden.
Zo kregen de net geplante aardbeien water om van te kunnen groeien en wordt de grond in het stuk waar we nog aan het planten zijn, makkelijker te bewerken.
“De eerste jaren gaat alles zo verschrikkelijk inefficiënt”, vertelde een bevriende boer (die zo’n 20 jaar geleden als stadsmens begon met boeren). Dat ervaren wij nu ook dagelijks. Gelukkig kunnen we – na de eerste frustratie – dit met elkaar delen en glimlachen we door de zucht heen. Kennelijk hoort dit erbij. Nu maar hopen (en hard werken) dat de aardbeien goed gaan groeien, zodat we in juni veel zomerkoninkjes hebben. Dan kunt u er de vruchten van plukken.
Kuifje
We hebben een bok met zo’n weelderige bos haar op de kop, dat we hem direct van het begin af Kuifje hebben genoemd. Zijn (half)broer kreeg de naam Bobby. Kuifje komt op veel foto’s uit de start van onze boerderij voor, omdat hij zo’n mooie karakteristieke kop heeft. En het is zo’n lieverd.
Vol enthousiasme springt hij elke morgen tegen de deur als we eraan komen. Goedemorgen!
In oktober hebben we Kuifje en Bobby een tijdje gescheiden en hebben we ze allebei bij een groep vrouwelijke geiten gezet om die te dekken. Beiden hebben dat goed gedaan, met voor Kuifje zelfs een 100% score. Maar toen we de mannen weer bij elkaar brachten, werd het anders. Dat ze even wat ruzie maakten om weer te bepalen wie de baas is, dat vonden we normaal. Maar Kuifje bleef maar een beetje ruzie zoeken. Met Bobby, maar ook met ons en met anderen die hem soms kwamen verzorgen. Het werd gevaarlijk. We hebben van alles geprobeerd om hem wat kalmer te laten worden, maar dat lukt niet. We hebben advies ingewonnen en dat kwam steeds op hetzelfde neer. Castratie is de enige kans om Kuifje rustig te krijgen. Geen garantie, maar een kans. We hebben geaarzeld, want we willen onze dieren zo natuurlijk mogelijk houden, maar we vonden het niet langer veilig en verantwoord. Dus kwam deze week de dierenarts en is Kuifje ontmand.
Zoals dat gaat, assisteerde de boer de dierenarts bij de operatie. Heftig, vond ik het. Ik heb dergelijke dingen wel eerder gezien, maar nu was het “mijn” Kuifje. Nu laten we Kuifje eerst herstellen en over een paar weken weten we dan of onze vechtersbaas weer lief kan doen.
25 meter verder in de wei staan de wagens met de vrouwelijke geiten en onze 10 lammeren. Nog geen 5 minuten nadat de dierenarts weg was, ontving ik daar een klas met 10 kleuters van De Waterlelie, school voor Speciaal Onderwijs. Even schakelen. En genieten, van de rust waarmee deze kinderen op een geïmproviseerd bankje kunnen zitten en met volledige aandacht een klein lam op schoot kunnen nemen en aaien en knuffelen. Zo liggen de emoties bij ons voortdurend voor het oprapen. Het is een wonderlijk bestaan, stadsboer zijn. Ik geniet er met volle teugen van. Alleen moet ik nog leren er iets meer bij stil te staan. Want in alle drukte lijkt het soms belangrijker om de to-do-lijst af te hebben.
Maar vanmiddag, na een lange, chaotische en soms frustrerende werkdag, zei ik tegen Ada, terwijl wij eigenlijk allebei wel naar huis wilden: “wij moeten nog even met de lammetjes knuffelen. Even opladen.” En na 10 minuten in de wagen te hebben gezeten en bedolven te zijn geweest onder een stapel lammeren, voelde ik de energie weer stromen. Heerlijk!
Kuifje maakt het overigens goed. En of de operatie het gewenste resultaat oplevert, weten we pas over een tijdje.
Leren door doen
Iedereen leert anders en ik heb mezelf nooit gezien als een persoon die leert door nieuwe dingen gewoon te doen. Ik wilde altijd eerst de theorie snappen en kennen en dan wilde ik heel graag dat iemand het een paar keer voordeed. Vervolgens probeerde ik het dan schoorvoetend zelf. Altijd bang om het verkeerd te doen.
En nu? Nu sta ik regelmatig midden in een totaal nieuwe situatie waar ik iets moet doen wat ik nog nooit eerder heb gedaan en waar ik ook niet alle ins en outs van ken. Want ja… een geit die een dag geleden een lam ter wereld heeft gebracht en nu niet wil eten. Daar moet ik toch iets mee. Zonder eten gaat het zeker niet goed, niet met moeder en niet met haar lam. Dus ik put uit al aanwezige kennis en geef de geit meerdere keren per dag kleine hoeveelheden aan. Dan overbrug ik in ieder geval tot ik een betere oplossing weet. Ik overleg met mijn broer en we vragen hulp aan andere (geiten)boeren. Daar leren we van. Maar wel pas nadat ik zelf iets gedaan heb. Afwachten is geen keuze en me voorbereiden op alle mogelijke scenario’s is ook onmogelijk.
Wel maak ik nu gebruik van alle kennis die ik de afgelopen jaren heb opgedaan. Al die informatie die in mijn hoofd zit, heb ik nodig om linken te leggen en om, zoals dat heet mijn boerenverstand te gebruiken.
Wat ik de afgelopen jaren veel gedaan heb en wat ik daardoor goed kan, is observeren. Het blijkt dat ook planten en dieren heel goed laten zien of het wel of niet goed met ze gaat. Zo kon ik duidelijk zien aan de koolplantjes die net 2 cm boven de grond uitkomen dat ze de harde wind van dit weekend echt niet leuk vonden. Gelukkig stonden ze nog in een bak en kon ik ze op een luwe plaats zetten en stonden ze een dag later bijna allemaal weer rechtop.
We proberen van alles en we proberen het zo goed mogelijk te doen. We leren elke dag en niet alleen van de successen, maar ook van onze fouten. Als je namelijk vijf geiten tegelijk uit hun stal laat om naar de melktafel te lopen, valt het niet mee om ze allemaal op de juiste plek te krijgen… dus volgende keer laat ik ze weer één voor één los. Al doende leer ik!
Lammertijd – we zijn er bij
Daar zit je dan met je goede gedrag. Vrijdagavond 21.30 uur in een schaars verlichte veewagen op een stukje weiland omringd door 5 geiten. Eén van die geiten staat in een geïmproviseerd hokje en maakt af en toe jammerende geluiden. Daarom zit ik daar. Ik was even het vroege avondrondje aan het doen om te kijken of er al iets in beweging komt bij onze drachtige geiten. Gisteren heb ik de eerste twee gezonde lammeren (Aagje en Abel) gevonden in de stal. Geheel natuurlijk door moeder op de wereld gezet. Op zich mogen ze van mij allemaal zo komen, maar voor mij gevoel van zekerheid en mijn drang naar controle maken dat ik er liever bij ben als de geiten gaan aflammeren. En deze vrijdagavond is dat zo en ben ik van bijna de eerste wee totdat de placenta naar buiten is aanwezig.
Als relatief onervaren geitenhouder vraag ik me bij elke beweging en elk geluid af wat er is en of het wel goed gaat. Maar ik heb wel geleerd dat we geneigd zijn te snel in te grijpen. Dus ik probeer me te beheersen en vlij me neer in het stro in het achterste hoekje van de wagen. Even later komt Ada erbij en samen wachten we op de dingen die komen gaan. We hebben de hele dag in windkracht 6 op het land gewerkt om omheining te plaatsen en kunnen eigenlijk nauwelijks nog op onze benen staan. Zo zittend in die warme wagen met voorlopig niets te doen, behalve afwachten is de grootste uitdaging om wakker te blijven. Stel je nu toch eens voor dat je door de aflammering heen slaapt!
Maar Luna, de geit in kwestie, houdt ons wel wakker door haar continue zoeken naar een prettigere houding en haar regelmatige gekreun. En dan ineens wordt er actie gevraagd: daar komt de vruchtblaas naar buiten en jawel, we zien een pootje, een neus en… even goed kijken aan de andere kant, Ja, nog een pootje. Het lam ligt goed. Nogmaals onszelf beheersen. Dit kan Luna zelf. Toch? Jawel, hoor. Twee keer persen later ligt er een lam. Ada haalt het vlies rond de mond weg, zodat het jonge beest kan ademen en wij halen ook opgelucht adem: het doet het! We leggen het lam voor de moeder neer, zodat zij het kan schoonlikken.
En dan wachten we af. Niet heel lang, want daar komt al de tweede. En ook dit gaat zonder problemen. Dan gaan we ons weer richten op de toediening van de juiste (homeopatische) medicijnen, we zorgen voor voldoende schoon stro voor moeder en kinderen, lekker lauw water om te drinken voor de moeder en natuurlijk voldoende eten. Als de placenta ook naar buiten is gekomen, kunnen wij afronden. De andere geiten om ons heen hebben de geboorte van Acacia en Adinda rustig gadegeslagen. Tegen middernacht zoeken we ons bed op. Even lekker slapen, want om 6.30 de volgende ochtend beginnen we weer aan de volgende ronde, melken, voeren, etc.
Moe maar voldaan. Dat past hier heel goed. Want wat is het immens mooi om getuige te zijn van de eerste ademteug van zo’n lam en haar eerste stapjes te zien en de liefde van moeder voor haar kroost. Wij voelen ons bevoorrechte mensen dat we dit mogen beleven.
Lammertijd – Het begin(t)
Twee weken terug fietste ik over het terrein en had ik een heel kort gesprekje met twee mannen die daar fietsten. Mijn voorgangers en ik kwamen tegelijk bij een wegversmalling en aangezien zij rustiger fietsten dan ik, remde ik af. Zij grapten dat ze snel plaats moesten maken. Ik zei dat ik tijd genoeg had, dus dat ze rustig aan konden doen. Ik zei: ik ben eigen baas en hoef nu niet op tijd ergens te zijn. ‘Oh…’ zei een van hen, ‘je werkt van 8 tot 9.’ ‘Ja’, zei ik ‘van 8 uur ’s morgens tot 9 uur ’s avonds’.
Dat is ondertussen achterhaald. We zijn namelijk in blijde verwachting van een aantal lammeren. Dat is leuk, maar ook heel spannend. Dus zijn we sinds vorige week gestart met extra controle-rondes. Over het algemeen gaan aflammeringen (bevallingen in mensentaal) bij geiten best wel goed en hoef je als boer niet vaak te helpen. Maar….dat willen we toch graag eerst zien voor we het geloven.
De eerste ronde is nu om een uur of zeven ’s morgens. In de loop van de dag lopen we zo ongeveer elke twee uur even bij ze langs om te speuren naar tekenen van een aanstaande aflammering. Dat gaat zo door tot een uur of tien ’s avonds.
Die controlemomenten zijn niet lang als er niets aan de hand is. Maar dat weet je nooit van tevoren. Al met al zijn het lange dagen, maar gelukkig zijn we met zijn vieren. We proberen te zorgen dat er altijd twee mensen aanwezig zijn op het terrein en nu Martin en Ingrid nog niet op het terrein wonen is dat best een puzzel. Het is gelukt om die puzzel rond te krijgen, want de enkele gaten die er zijn, worden opgevuld door de vrijwilligers!
De aanwezigheid van ons als medische hulpdienst is dus geregeld, de kraamartikelen en medische noodvoorraad staan klaar, dus laat die lammetjes maar komen. Dat dachten we een week geleden al, maar nu helemaal… wachten duurt zo lang!
Het wachten is beloond. Sinds donderdagmiddag zijn er twee lammetjes toegevoegd aan onze kudde. Een sikje en een bokje, die Aagje en Abel heten.
Mocht je het leuk vinden om onze lammetjes in het echt te komen bewonderen, houd dan zaterdag 20 april vast vrij in de agenda. Dan is het lammetjesdag! (verdere gegevens over deze dag volgen nog)
Lammertijd – proloog
De tijd die je wist dat ging komen, is er bijna. De lammertijd. Vol spanning heb ik hier naar uitgekeken. Vanaf mijn stage vorig jaar bij biologisch-dynamische geitenboerderij Hansketien wist ik: als het lukt om zelf boer te worden, wil ik geiten. In juli werd ik boer, samen met mijn zus, en in augustus arriveerden onze geiten, 11 stuks. Ik kan me heel goed herinneren dat ik ineens dacht: ik ben geitenboer. Een wonderlijke mengelmoes van blijdschap en verantwoordelijkheidsgevoel.
In oktober deden we de volgende stap. We zetten de bokken bij de geiten in de hoop op nageslacht. Dit had ik nog niet eerder gezien of gedaan. Veel lezen en luisteren en kijken bij andere boeren. En hopen dat het goed komt. In januari hebben we de geiten laten scannen, een echte echo laten maken. 7 van de 9 geiten waren drachtig. Ik was een tevreden boer.
En vrij snel na die blijdschap kwam dat verantwoordelijkheidsgevoel weer om de hoek kijken. Nu moeten we ervoor zorgen dat die lammeren goed ter wereld kunnen komen en dan een goede start hebben.
Rondom het aflammeren en de eerste maanden van het leven van geitlammeren zijn heel veel keuzes te maken. Elke boer doet dat anders. Hoe lang willen we de lammeren bij de moeder houden? Waarmee willen we de lammeren voeden? Willen we ze onthoornen? Wat voor medicatie gebruiken we als er iets niet goed gaat? Welke preventieve maatregelen kunnen en willen we nemen om risico’s te verkleinen?
Weer veel lezen, luisteren en kijken bij andere boeren. En we leren dat we vooral ook moeten (mogen?) durven onze eigen keuzes te maken. Wat is voor ons belangrijk in hoe wij ons boerenbedrijf willen vormgeven?
Dat leidt ertoe dat wij ervoor hebben gekozen dat de lammeren lang bij de moeder blijven, minimaal drie maanden. Wij denken dat dat een natuurlijke gang van zaken is. Ook kiezen wij ervoor zoveel mogelijk gebruik te maken van homeopathie als medicijnen al nodig zijn. En de hoorns zijn er van nature ook niet voor niets, dus die laten we lekker zitten. Dat is dus vooral onze keuze: zoveel weinig mogelijk ingrijpen, zodat de geiten zoveel mogelijk zichzelf kunnen zijn.
Nu hebben we alles in huis wat we denken nodig te hebben aan medicijnen, water, emmers, touwtjes, hekken en wat er verder allemaal nodig is om aflammerende geiten en net-geboren lammetjes zo goed mogelijk te helpen. Onze geiten zien er gezond (en dik!) uit. Nu wachten we op de volgende dag die we weten dat gaat komen… ons eerste lam. Waarschijnlijk binnen nu en een week. Dat wordt weer een dag van verantwoordelijkheidsgevoel en (hopelijk ook van) blijdschap.
Kippen
Al vanaf het begin willen we kippen houden in Wickevoort. Maar iets nieuws beginnen kost een hoop tijd en er was steeds iets dat urgenter was. En ook was er nog zoiets als “we doen al zo veel verschillende dingen”. Dus we hebben de komst van de kippen uitgesteld. Maar – voor u onzichtbaar – zijn we druk bezig geweest om de komst van kippen voor te bereiden. Allerlei berekeningen en uitzoekwerk hebben we gedaan, financieel, qua ruimte, etc. En natuurlijk hebben we gekeken naar welk ras kippen we graag zouden willen.
Zoals voor al onze dieren geldt: een Nederlands, liefst lokaal ras. Ten eerste omdat we op die manier bijdragen aan het in stand houden van de biodiversiteit. Ten tweede omdat deze dieren vaak goed in staat zijn om te gaan met de lokale omstandigheden. En voor de kippen wilden we een zogenoemde dubbeldoelkip. Dus een ras waarvan de dieren behoorlijk wat eieren in een jaar leggen én waarvan goed vlees te eten valt. Er zijn rassen die zo gefokt zijn dat ze (extreem) veel eieren leggen en er zijn rassen die gefokt zijn op snelle groei en dus snel, veel vlees. Wij zoeken iets er tussenin, een ras waaraan in de loop der jaren niet zo veel door mensen is veranderd. Want meestal weet de natuur het beter dan de mens.
Het ras van onze voorkeur – de Hagheweyder – is er bijna niet meer in Nederland. Nog maar enkele fokkers hebben kippen van dit ras. Met één van hen proberen we al lange tijd voor elkaar te krijgen om kuikens te krijgen, maar dat mag tot op heden niet zo zijn. Dus zijn we begin januari op zoek gegaan naar kippen van het volgende ras op ons heel korte lijstje: De Noord-Hollandse Blauwe. Een dag nadat ik een bevriende boer ernaar had gevraagd, had hij er een kleine 100 voor ons gevonden… Te gek!
Alleen… hadden we daar geen hok voor. Wel voor kuikens, want dat was het plan, maar die hebben wat minder ruimte nodig. Dus kwam alles nogal in een stroomversnelling. De afgelopen twee weken hebben dan ook in het teken gestaan van een aantal snelle acties om een hok te vinden (een prachtig tuinhuis via Marktplaats) en voer en alle andere benodigdheden te kopen. Na een hele lange dag slopen hadden we de kippenstal in delen op Wickevoort. De dag erna hebben we een mooie vloer gelegd van straattegels en zijn we begonnen aan de “wederopbouw”. Met veel hulp hebben we dat woensdag afgerond. De ren is overdekt met gaas en heeft een mooie deur als ingang voor de boer(en) gekregen. De voormalige veranda van het tuinhuis is nu dicht, er zit een nieuw dak op de stal, we hebben zitstokken gemaakt. En dus konden de kippen komen. Ze zijn woensdagmiddag direct gearriveerd en we kunnen vol tevredenheid vaststellen dat ze het naar hun zin lijken te hebben. Ze zijn nog een paar dagen binnen om te wennen aan hun nieuwe onderkomen. Dit weekend gaan we de ren dichtmaken (de laatste gaten en kieren) en dan kunnen ze ook lekker buiten scharrelen. Hopelijk hebben we in maart dan de eerste Wickevoorter eieren.
Overweldigend
De veranderingen gaan de laatste maanden nogal snel.
Negen maanden geleden vroeg ik mijn mentor van de opleiding tot Biologisch-dynamisch boer of hij zijn ogen en oren wilde openhouden voor een geschikt project voor Ada en mij om onze boerendroom werkelijkheid te laten worden. Hij noemde mij direct een mogelijkheid: Wickevoort. GEWELDIG. (more…)
Grote carrièreswitch
Toen ik 8 jaar geleden vanuit de verpleegkunde overstapte naar de functie van psychologisch assistent, voelde dat als een enorme carrièreswitch. Ik draaide ineens geen onregelmatige diensten meer, ik had veel minder intensieve contacten met patiënten, ik liep veel minder en zat véél meer
achter de computer. Als ik een afspraak had op een werkdag moest ik vrij nemen, want ruilen is ineens niet meer zo makkelijk. Het heeft me flink wat tijd gekost voor ik aan al deze veranderingen was gewend. (more…)
Voltijd
De laatste weken praat ik heel veel over De Wickevoorter Stadsboeren. Uiteraard tijdens overleggen, kennismakingsbezoeken, netwerk-bijeenkomsten en met mensen die langs komen of die we opzoeken om het verhaal van onze onderneming te vertellen. Maar ook bij een etentje, tijdens een verjaardag, in een toevallige ontmoeting. Dat zijn de niet-geplande momenten waarop het er toch weer over gaat. (more…)
1, 2, 3, veel…
Zaterdag 13 oktober. Wat een prachtweer. 24 graden, zon. En wij hebben juist vandaag uitgekozen voor onze eerste open dag. We zijn best wel gespannen, want er moet een heleboel voor worden geregeld en georganiseerd en we hebben dat hier nog nooit gedaan. Plus: we presenteren ons vandaag weer aan bekenden en onbekenden. (more…)
Wat heb jij nou aan je fiets hangen?
Als je het hebt over het vervoermiddel van de boer, dan denken de meeste mensen aan een trekker waarschijnlijk. Ook de meeste studenten op de opleiding tot boer worden heel enthousiast als ze een trekker zien. Zo’n apparaat heeft toch een magische aantrekkingskracht op de gemiddelde boer.
De stadsboeren van Wickevoort hebben geen trekker. Op Wickevoort is het vervoermiddel van de boer… de FIETS… en daar vervoeren we van alles op. (more…)
De biologische boerenblog.
Onze vrouwelijke geiten, ook wel sikken genaamd, logeren nu al een tijdje op de kinderboerderij van SEIN. We zijn heel blij dat dit mogelijk is, want daardoor hebben wij de mogelijkheid om onze verrijdbare stal op te knappen.
Op de kinderboerderij is het nachtverblijf niet aangrenzend aan de wei waar de sikken overdag lopen. Dus bij droog weer gaan de dames ’s morgens naar de wei en ’s avonds gaan zij weer terug.(more…)
CATEGORY-BEZOEK.PHP
Het verhaal van de boerderij
Er was eens een nieuwe woonwijk in de planning. En in die planning kwam in de woonwijk een boerderij voor de bewoners van de wijk en de omgeving. Niet een boerderij zoals zovele boerderijen met grote stukken land en een eind weg van ‘gewone mensen’. Nee, een boerderij midden in de woonwijk, tussen de huizen. Hoe noem je zoiets?
Laten we het een stadsboerderij noemen.
De planning werd realiteit. De woonwijk wordt gebouwd en de boerderij heeft er zijn plek. De stadsboerderij is op verschillende plekken in de woonwijk Wickevoort te vinden. Twee boeren, één medewerker en heel veel vrijwilligers maken het mogelijk dat er in de wijk groente wordt geteeld, en ook fruit en kruiden en (snij)bloemen; en ook dat er varkens lopen en kippen; en dat er een boerderijwinkel is, waar je al dat lekkers kunt kopen.
In juli 2018 is de boerderij gestart. Langzaam groeit het project. Inmiddels beheren we ruim 2,5 hectare grond. Heel veel daarvan is nog in tijdelijk gebruik. De percelen die we definitief gaan beheren, zullen we de komende jaren stap voor stap in gebruik nemen. Ook worden de plannen voor de bouw van boerderij ‘Hoeve Wickevoort’ steeds concreter. Daar zal de stal komen voor onze schapen, de kaasmakerij, een (grotere versie van onze) boerderijwinkel, een mooie ontmoetingsruimte voor groepen, een horecagelegenheid en een B&B.
De stadsboerderij groeit mee met de wijk. Elk jaar een stukje groter. Elk jaar meer verbindingen met meer mensen. Want dat is ons doel: mensen verbinden met elkaar en met hun eten. Zelfvoorzienend leven voor zover mogelijk en met elkaar samen de producten maken die we nodig hebben. Met zorg voor mens, dier en aarde.
Stadsboer Martin Verzijden kwam ooit als klant op een biologisch-dynamische boerderij. Dat ontwikkelde zich tot een vrijwilligersbaan die een betaalde baan werd. En uiteindelijk kwam via de opleiding aan de Warmonderhof (richting Veehouderij en Stadslandbouw) Wickevoort op zijn pad. Eerder werkte hij als personeelsplanner in een academisch ziekenhuis en studeerde hij Milieumaatschappijwetenschappen in Utrecht en Organic Agriculture in Wageningen.
Martin wil voor iedereen iets moois. Voor de planten op de tuin, de klanten in de winkel, de dieren in de wei en alles eromheen. Hij luistert en praat graag (ook met de dieren en de planten!) en houdt toch ook van lekker fysiek buiten bezig zijn.
“Gewoon, gezond eten, met aandacht en zorg geproduceerd. Dat maakt me heel blij. Dat de dieren echt kunnen genieten van waar ze zijn. Dat de planten vitaal groeien. Ik weet zeker dat je dat kunt proeven. En ik weet zeker dat je je er blijer en gezonder van voelt. Dat ik eraan bij mag dragen dat mensen aan te kunnen bieden, is prachtig. En dan doen we het ook nog eens met zoveel mensen samen. Fantastisch toch?”
Martin
Stadsboerin Ada
Stadsboerin Ada De Graaff-Verzijden heeft een achtergrond in de zorg. Na haar opleiding Verpleegkunde (BSc) heeft ze jaren gewerkt in een revalidatiecentrum als verpleegkundige en later als psychologisch assistent. Ada heeft in 2019 de opleiding biologisch-dynamische landbouw (MBO-niveau 3) aan de Warmonderhof, in de richting Zorg en Groenteteelt afgerond.
Ada heeft een positieve instelling en houdt van aanpakken. Ze vindt het belangrijk dat iedereen zich gezien voelt. Ze is van mening dat je altijd iets kunt bijdragen aan de wereld waar je deel van uitmaakt en is bereid om met je mee te denken wat jouw bijdrage kan zijn.
“Het telen van mooie, gezonde groenten waar mensen volop van genieten, maakt me blij. Ik vind het vooral heel mooi dat onze boerderij een ontmoetingsplaats is voor mensen en dat we als gemeenschap met elkaar elke dag weer nieuwe dingen ontdekken over alles wat er leeft op de boerderij.”
Ada
Medewerkster Susan
Een hele rake opmerking van een oogster: dus als ik jou in de stromende regen in de modderige tuin aan het werk zie ben je eigenlijk hartstikke aan het genieten!
En dat klopt zeker (tot op zekere hoogte) – ik ga elke dag met heel veel plezier hier naar mijn werk. Met mijn diploma bd tuinder op zak werk ik alweer 2 jaar hier op de tuin en met de kippen en varkens. Ik geniet echt van elke dag lekker buiten bezig zijn en om samen met Ada en Martin en geweldige vrijwilligers van de tuin een mooie plek te maken met de smakelijkste biologische groenten en kruiden.
Tot ziens op de tuin!
Susan.
Het verhaal van Wickevoort
Duurzaam wonen bij een stadsboerderij.
Aan de voet van de dijk, vlakbij het Cruquiusgemaal, strekt Landgoed Wickevoort zich uit: een van oudsher agrarisch gebied met veel groen. Het landgoed omvat 56 hectaren en dankt zijn naam aan de Heemsteedse familie Van Wickevoort Crommelin, bewoners van de Cruquiusboerderij in de negentiende eeuw.
Eind jaren vijftig van de vorige eeuw kocht de Christelijke Vereniging van Lijders aan Epilepsie de boerderijgronden. Rond 1970 ontstond op die locatie de Cruquiushoeve van SEIN (Stichting Epilepsie Instellingen Nederland), een instelling voor mensen met epilepsie en geestelijke beperkingen die langdurige zorg nodig hadden en hier een beschermde woonomgeving vonden.
Rond 2010 ontstond bij SEIN behoefte aan nieuwbouw en aan integratie van de cliënten met de ‘wereld buiten’ de beschermde woonomgeving. Na een tender voor het ontwerp van een nieuwe woonwijk op het terrein van SEIN, kon projectontwikkelaar AM aan de slag met de ontwikkeling van nieuwbouwwijk Landgoed Wickevoort. SEIN pleegde zelf nieuwbouw en trok zich terug op zo’n 10 hectare van het terrein. Op de andere ongeveer 45 hectare worden een kleine 800 woningen gerealiseerd, zowel koop als particuliere huurwoningen als sociale woningbouw. Uitgangspunten van de wijk zijn duurzaamheid, verbondenheid en gedeelde voorzieningen.
Onze stadsboerderij is vanaf het begin onderdeel van de plannen geweest en dus volledig geïntegreerd in de woonwijk.
Meer informatie over de geschiedenis en de toekomst van de Landgoed Wickevoort vind je op de website van Wickevoort. Deze wordt in een nieuw scherm geopend.