Dit is een deelpagina van
de Wickevoorter Stadsboeren.

Klik hier om naar de volledige site te gaan.

Geiten

Vanavond zit ik bij onze geiten. Voor zo ongeveer het laatst. Om afscheid te nemen. Morgen gaan de moederdieren weg met een aantal lammeren. De dag erna de laatste bokjes. Dan ben ik geen geitenboer meer. 

Dit verhaal begint ongeveer twee jaar geleden. In juli 2018 tekenden Ada en ik een overeenkomst met projectontwikkelaar AM om als broer en zus de boerderij van de nieuwe woonwijk Wickevoort in het kleine Noord-Hollandse plaatsje Cruquius op te zetten. Een gemengd bedrijf op biologische grondslag om de wijk te voeden en te verbinden. Niet veel meer dan een maand na die ondertekening kwam collega-boer Jan ons terrein oprijden om 11 geitlammeren te brengen, 9 sikjes en 2 bokjes. Allemaal zo’n 4 tot 6 maanden oud. Ik was er niet bij. Ik stond op dat moment Jan zijn koeien te melken. Want dat kon ik. En trekker rijden met een aanhanger kon ik toen nog niet, maar dat is een ander verhaal. 

Mijn zus was op dat moment nog op vakantie, dus mijn vrouw nam de honneurs waar en ontving de geiten. Zodra ik op de boerderij was, ging ik kijken. Met diepe dankbaarheid en vol vreugde riep ik uit: “Ik ben geitenboer”. 

De geiten waren een van de vele onderdelen waarop we ons bedrijf wilden bouwen. Na stages en banen bij andere geitenboeren was ik er klaar voor. We hadden geen idee waar we aan begonnen. 

Geiten houden in mobiele stallen, omgebouwde veewagens. Niemand om de kunst bij af te kijken, want niemand deed dat. Op de fiets versleepten we ontelbare balen hooi en stro dat we via de naastgelegen kinderboerderij konden betrekken. Een trekker rijbewijs haalde ik pas een half jaar later. In dat eerste najaar lieten we de bokken bij de sikken en wachtten af. In januari lieten we de geiten scannen en bleken er 6 drachtig. De andere drie brachten we nog een keer bij de (andere) bok. Nog 2 drachtig. En zo kregen we dat eerste jaar 11 lammeren. 6 sikken, 5 bokken. Aagje, Abel, Acacia, Adinda, Aedy, Afrodite, Agamemon, Ahira, Aiden, Ajoep en Akke. Wat een spannende tijd was dat! Niemand om op terug te vallen en vertrouwen op jezelf en je collega’s om al die aflammeringen goed te laten gaan. Half doorwaakte nachten, heel veel “valse meldingen”, maar het liep geweldig. Elke 2-3 uur was er iemand bij de geiten om te checken of het allemaal goed ging. Zo’n 10 weken lang. Intensief. Uitputtend. Ontroerend. 

Ondanks die zeer frequente controles werden Aagje en Abel geboren zonder een mens in de buurt. Moeder Lily was zelf in de twee-en-een-half uur dat ik er niet was, teruggelopen uit de wei naar de wagen om haar lammeren te werpen. Ik weet nog goed dat ik aan kwam lopen en me afvroeg waarom er toch ineens een poes in onze geitenstal zat. Maar dichterbij zag ik dat de poes een lam was. Goddank gezond en wel. Ons eerste lam! 

Rond die tijd hebben we een van onze bokken, Kuifje, laten castreren. Hij ging zo wild doen, dat het gevaarlijk was om bij de bokken in de wei te stappen. Na de operatie (ook weer een heel nieuwe ervaring!) was hij weer de lieve Kuifje die zo gezellig een knuffel bij je kwam halen. 

Het is zo mooi om van alle geiten de individuele karakters te zien en te kennen. Wie ontsnapt er het snelst, wie bijt er snel in je been of arm, wie wil er graag een knuffel, wie staat vooraan bij het eten, wie is een zorgzame moeder, enzovoort. 

Een enkele keer hadden we een zieke geit. Meestal konden we die met homeopathische middelen weer gezond krijgen. Soms was er iets anders nodig. Een geit, Elske, hebben we wekenlang gedwangvoerd, omdat ze niet wilde eten. Verschillende medicijnen baatten niet, maar we zijn blijven zoeken en vonden het. We trokken haar er doorheen. 

Afgelopen voorjaar kregen we 23 lammeren Drie hebben het niet gered. Dat was een zware dobber. Ook nu hebben we weer nachten gewaakt, flesvoeding gegeven, medicatie, maar deze keer was het niet voldoende. 

20 levende, springende, rennende lammeren. Wat een rijkdom. Die hebben veel aandacht nodig. Dus vroegen we vrijwilligers om te komen helpen met socialiseren, met de lammeren laten wennen aan mensen. Een flinke groep vrijwilligers meldde zich aan en met elkaar hebben we een heel rustige, aanhankelijke kudde gebouwd. Van 13 moeders en 20 lieve donderstenen. 

Urenlang zou ik nog door kunnen schrijven, want de geiten hebben een diepe indruk op me gemaakt. Ze hebben me intens geraakt. Ik heb ze af en toe vervloekt, want wat kunnen die beesten eigenwijs zijn. En ook juist daarom heb ik heel veel plezier met ze gehad. 

Maar ik stop hier met schrijven. Ik wilde een inkijkje geven in mijn leven met, inzet voor en liefde voor onze kudde. 

Dat komt deze week tot een einde. We hebben geen vergunning gekregen om geiten te houden. Omdat er in de politiek vanuit angst wordt geregeerd en er geen ruimte is voor maatwerk. Met trots kijk ik terug op wat we hebben opgebouwd. Met hoop kijk ik vooruit naar nieuwe avonturen. Want we hebben nog voldoende andere bedrijfsonderdelen. 

Maar nu overheerst het verdriet. Ik ben geen geitenboer. Dat doet pijn. 

 – Martin