Oogstinstructies groenten
Liever in een spreadsheet? Klik hier.
Groenten
Oogsten
Zet de riek naast een ‘rug’ en werk de grond omhoog, kijk goed of je aardappels hebt gevonden. Als dat zo is, graaf dan met je hand nog wat om die plek heen, want wie weet liggen er nog meer. Zie je niks, zet je spitvork dan een stukje verder en probeer opnieuw.
Bewaren
– Aardappelen kunnen het beste worden bewaard in een koele, donkere en droge ruimte, zoals een kelder of een schuur.
– Zorg ervoor dat de aardappelen goed zijn geventileerd om rotting te voorkomen.
– Controleer de aardappelen regelmatig op rotte plekken en verwijder deze om te voorkomen dat de andere aardappelen ook gaan rotten.
Kijk goed naar de vruchten in het bed en zoek de glanzende rode vruchten. Til de vrucht vervolgens voorzichtig op en bekijk of hij rondom helemaal rood is. Als dat het geval is, pak je het steeltje (boven het kroontje) tussen duim en wijsvinger en knik je de vrucht los van de plant. Dit gaat makkelijk door je duimnagel in het steeltje te duwen.
Snij de krop vlak boven de grond los, of pak de krop met twee handen en draai de krop los.
Omvat de krop met beide handen zachtjes en draai de krop rond. De krop laat los van de stam en wortels.
Snij de plant direct boven de grond los van de wortels.
Oogst de bladeren 1 voor 1. Pak de steel van het blad zo dicht mogelijk bij de steel en beweeg hem dan naar beneden, Begin onderaan met plukken en laat in ieder geval de bovenste vijf bladeren zitten.
De topjes en jonge scheuten van de brandnetel kunnen als een soort spinazie gegeten worden. De lange stengels smaken het beste in het voorjaar. Zeer jonge stengels zijn heerlijk als sla. Als je ze met blote handen wilt plukken, kun je dat het beste doen door ze aan de onderkant vast te pakken. De brandhaartjes staan schuin omhoog, en aan de onderkant loop je het minste risico om geprikt te worden. Handschoenen aantrekken is makkelijker en veiliger. De kleine brandnetel is venijniger dan de grote. Om de brandhaartjes voor (bijna) vers gebruik onschadelijk te maken, is het voldoende om de brandnetel kort in kokend water onder te dompelen. Ook kan van brandnetels soep gemaakt worden. Trek een heerlijke frisse thee van verse brandnetelbladeren (doe hele verse bladeren in een mooie glazen theepot of theeglas) of droog ze eerst en maak er dan thee van. Zo heb je ook in de winter een verfrissend kopje brandnetelthee.
Snijd de kool af vlak boven de grond met een mes. Verwijder de buitenste bladeren als ze beschadigd of vuil zijn. Als de plant niet heel goed ‘gekropt’ is, is het losbladig ook heel goed te gebruiken.
Pak de biet vast bij de overgang van knol naar blad en trek hem rustig uit de grond. De bieten kunnen (zeer) ongelijk van formaat zijn. De grote zijn dan goed te gebruiken om te koken of te roosteren. De kleinere kun je goed gebruiken om dun te schaven of te snijden en dan rauw te gebruiken. Vooral met de choggia biet is dat altijd een feestelijk gezicht!
Snij de kool uit het hart van de plant.
In het midden van de plant groeit een rechtopstaande krop. Deze oogst je door hem met een mesje los te snijden. Voel, voor je gaat snijden, even of de krop stevig aanvoelt. Zo niet, nog even laten staan. De bladeren die naar beneden hangen eten we niet. De buitenste bladeren van de krop zijn groen en van binnen zitten de lichtgele bladeren dicht op elkaar gepakt. Beide zijn lekker. Je kunt groenlof rauw eten (bijvoorbeeld in salades of in een stamppot, een klein beetje vergelijkbaar met krulandijvie = friséesla). Maar je kunt groenlof ook stoven en omdat het dan flink slinkt heb je uiteraard wel wat meer nodig dan wanneer je haar rauw eet.
Je gebruikt van hyssop meestal de bloemen, maar ook de bladeren zijn bruikbaar. Je kunt hyssop drinken als kruidenthee of gebruiken om mee te gorgelen tegen keelpijn. Hyssop is ook te gebruiken als kompres bij blauwe plekken en schaafwonden.
Oogst de peulen wanneer ze dik en vol zijn, maar nog wel een mooie groene kleur hebben. De zaden binnenin moeten goed ontwikkeld zijn, maar nog niet te groot. Laat de peulen die nog niet rijp zijn hangen. Met je vingers of met een mesje haal je de dikke paarse (of groene) peulen voorzichtig van de plant. Laat een stukje van de steel aan de peul zitten, want dan is de peul langer houdbaar.
Pak de stengel net boven de grond vast en trek hem voorzichtig uit de grond. Als de stengel niet makkelijk meekomt, gebruik dan de spitvork om de knoflook uit de grond te tillen.
Haal de koolrabi met wortel en al uit de grond, of snij/knip de knol los van het steeltje.
Omvat de krop met beide handen zachtjes en draai de krop rond. De krop laat los van de stam en wortels. Je kunt ook (als de grond het toelaat) de krop met wortelkluitje en al uit de grond trekken. Als je de krop (met de wortels er nog aan) thuis dan in een bakje water zet, dan blijft de krop lange tijd goed. De bladeren bij thuiskomst loshalen van de krop, wassen en in een natte theedoek bewaren, werkt ook heel goed.
Als je genoeg oogst voor een bosje, is het bosui. Pak het uitje bij de overgang van stengel naar knol (net boven de grond) en trek hem uit de grond. Als de stengel niet makkelijk meekomt, gebruik dan de spitvork om de ui uit de grond te tillen. Na de oogst schuif je het buitenste vliesje van boven naar beneden en dan komt de lente-ui tevoorschijn zoals we die gebruiken (met het mooie wit).
Omvat de krop met beide handen zachtjes en draai de krop rond. De krop laat los van de stam en wortels. Je kunt ook (als de grond het toelaat) de krop met wortelkluitje en al uit de grond trekken. Als je de krop (met de wortels er nog aan) thuis dan in een bakje water zet, dan blijft de krop lange tijd goed. De bladeren bij thuiskomst loshalen van de krop, wassen en in een natte theedoek bewaren, werkt ook heel goed.
Dit is een mix van sla die dicht bij elkaar gezaaid wordt. Hij heeft daardoor geen ruimte om zich tot krop te ontwikkelen. Snij de bladeren net boven de grond af. Dan kan het daarna weer opnieuw aangroeien.
Deze plant groeit als een rozet. Je snijdt/ knipt de onderste uitlopers van de plant en eet vervolgens de blaadjes. Oogst NOOIT het midden van de rozet, want dan verliest de plant haar groeipunt. De blaadjes zijn aan de plant heel stevig maar worden na het koken lekker zacht. Als je de bladeren thuis direct van de steeltjes plukt en in een afgesloten plastic zak doet kan je ze in de koelkast nog wel enkel dagen bewaren. De topjes zijn ook eetbaar. Oudere stengels zijn taai en gebruik je liever niet. De blaadjes zijn rauw iets te stevig om echt lekker te zijn (alleen heel kleine blaadjes kun je gebruiken in een salade), maar ze is gekookt/gestoofd heerlijk, en kan natuurlijk ook gebruikt worden in stoofschotels of curry.
Bij palmkool gaat het om de bladeren. Pluk blad voor blad en begin bij de onderste bladeren. Pak het blad zo dicht mogelijk bij de overgang van stengel naar blad vast en breek het blad af door hem naar beneden te trekken. Je plukt de laagste bladeren het eerst en al plukkend kom je steeds meer richting de top van de plant. Zorg dat er minstens 6 bladeren aan de top van de plant blijven zitten. Neem van meerdere planten een aantal bladeren.
Zet de spitvork naast de pastinaak en ‘schep’ de wortel omhoog. LET OP: contact met de bladeren van pastinaak (met name op een zonnige dag) kan huidirritatie veroorzaken. Dus oogst met handschoenen, of pak alleen de wortel vast. Het loof is ook niet eetbaar.
Zoek de dikkere peien uit het bed. Pak de stengel net boven de grond vast en trek hem uit de grond. Als de stengel niet makkelijk meekomt, gebruik dan de spitvork om de prei uit de grond te tillen.
Van de raapsteel zijn de bloemetjes ook eetbaar (de bloemsteeltjes zijn wat hard, dus die zijn minder lekker). Oogst zowel blad als bloem door deze, ongeveer een centimeter boven de grond, af te snijden. Het blad groeit dan ook weer aan.
In het midden van de plant, groeit een mooie ronde krop. Deze oogst je door hem met een mesje los te snijden. Voel, voor je gaat snijden, even of de krop stevig aanvoelt. Zo niet, nog even laten staan en een andere oogsten.
Pak de radijs bij de overgang van blad naar knol en trek hem zachtjes uit de grond. Als de radijzen dicht op elkaar staan, probeer dan de grote(re) radijzen te oogsten en de kleine(re) te laten staan. Dat gaat het makkelijkst door met 1 hand de grote radijs zachtjes omhoog te trekken en ondertussen de kleinere omringende radijsjes tegen te houden. Dit noemen we oogstend dunnen. De rest krijgt dan ruimte om verder te groeien.
Kies een mooie krop (laat hele jonge sla-plantjes nog staan). Omvat de krop met beide handen zachtjes en draai de krop rond. De krop laat los van de stam en wortels. Je kunt ook (als de grond het toelaat) de krop met wortelkluitje en al uit de grond trekken. Als je de krop (met de wortels er nog aan) thuis dan in een bakje water zet, dan blijft de krop lange tijd goed. De bladeren bij thuiskomst loshalen van de krop, wassen en in een natte theedoek bewaren, werkt ook heel goed.
Pak de biet vast bij de overgang van stengel naar biet en trek hem rustig uit de grond. Van verse bieten kun je ook het loof eten. Zijn de bieten ongelijk van formaat? De grote zijn goed te gebruiken om te koken of te roosteren. De kleinere kun je goed gebruiken om dun te schaven of te snijden en dan rauw te gebruiken. Vooral met de choggia biet, is dat altijd een feestelijk gezicht!
Kies een mooie krop (laat hele jonge sla-plantjes nog staan). Omvat de krop met beide handen zachtjes en draai de krop rond. De krop laat los van de stam en wortels. Je kunt ook (als de grond het toelaat) de krop met wortelkluitje en al uit de grond trekken. Als je de krop (met de wortels er nog aan) thuis dan in een bakje water zet, dan blijft de krop lange tijd goed. De bladeren bij thuiskomst loshalen van de krop, wassen en in een natte theedoek bewaren, werkt ook heel goed.
Neem de blaadjes van 1 plantje in je hand en snij de steeltjes net iets boven de grond los. Neem ook de bloemetjes mee voor een extra vrolijk accent op je salade.
Pluk net als bij de palmkool en de boerenkool, blad voor blad. Begin onderaan en breek of snij een blad van de stam. Ga net zo lang door tot je een portie hebt. Bloeit de kool? Ook de bloemetjes zijn eetbaar.
Omvat de krop met beide handen zachtjes en draai de krop rond. De krop laat los van de stam en wortels. Je kunt ook (als de grond het toelaat) de krop met wortelkluitje en al uit de grond trekken. Als je de krop (met de wortels er nog aan) thuis dan in een bakje water zet, dan blijft de krop lange tijd goed. De bladeren bij thuiskomst loshalen van de krop, wassen en in een natte theedoek bewaren, werkt ook heel goed.
Snij zoveel bladeren los als je nodig hebt. Snij het blad met steel los. Ook de steel is eetbaar.
Knijp met je vingers (of met een mesje) de steel voorzichtig vlak boven de peul af.
De bonen zijn goed te plukken als je ze bij het steeltje vastpakt en met je andere hand de plant een beetje tegenhoudt. Het steeltje is geknikt en in die knik laten de bonen het makkelijkst los.
De paarse sperzieboon is een toverboon. Ze kleuren namelijk groen bij het koken. De bonen zijn goed te plukken als je ze bij het steeltje vastpakt en met je andere hand de plant een beetje tegenhoudt. Het steeltje is geknikt en in die knik laten ze makkelijk los.
Pak een bosje grote bladeren in je hand en snij de steeltjes vlak boven de grond af.
De spruiten kun je losdraaien, los’knakken’ of lossnijden van de stronk. Let op: De spruiten groeien rondom op de steel, dus soms lijkt een stronk leeg, maar dan zijn er aan de achterkant van de stronk (binnenkant van het bed) nog wel spruiten te oogsten.
Snij of pluk de blaadjes die je wilt los van de plant.
Pluk de rode tomaatjes door ze bij de knik/ verdikking in het steeltje boven het kroontje los te halen van de plant. Het is soms goed kijken tussen al het blad om de tomaten te vinden.
Pluk alleen de grote bonen en voel of ze stevig zijn dan weet je zeker dat ze goed gevuld zijn. Als je tussen de peul en de vulling wat lucht/ ruimte voelt, laat de boon dan nog even hangen. De bonen zitten stevig vast. Pluk daarom met twee handen. Met een hand hou je de stengel vast zodat je de plant niet kapot trekt. Bij tuinbonen groeien geen nieuwe peulen meer aan de plant na de oogst, dus als een plant leeg is, wil je hem dan uit het bed halen? Leg de lege planten aan het begin van het bed, dan brengen we ze naar de composthoop en houden we ook overzicht hoeveel er nog te oogsten is. Je kunt dus ook (na beoordeling of de bonen oogstbaar zijn, de hele plant uit de grond trekken en dat de peulen er pas afhalen. Het is maar net wat je makkelijk vindt.
Neem de blaadjes van een plantje in je hand en snij ze los.
Snij de venkel net boven de grond af. Mocht je het eetbare loof niet mee willen nemen, laat het dan achter (in de krat) bij het bed.
Knip of snij net boven de grond de blaadjes af. Neem steeds een bosje in je hand en knippen maar. Als de postelein in bloei staat, is hij met bloemetjes ook nog heel lekker!
Oogst in het bed van voor naar achter. Dus ga verder waar de vorige is gebleven. Neem zowel de grote als de kleine worteltjes mee naar huis. Zet de spitvork naast de wortel en wip de wortel zachtjes omhoog.
Oogst van witlofwortels:
Graaf de wortels van de planten voorzichtig uit met een spitvork.
Neem de wortels mee naar huis en laat ze met blad nog enkele dagen tot een week op een droge plaats rusten. Ze zullen de laatste restjes voedingsstoffen uit het blad halen en opslaan. Dat komt later ten goede aan het witlofkropje.
Snij na die week de bladerkop zo’n 3 cm boven de wortel af.
De wortels maak je nu schoon: verwijder de dunne zijworteltjes en was of wrijf modder er grotendeels vanaf, ook een eventuele lange dunne puntwortel kun je zonder problemen wat inkorten.
Poot de wortels vervolgens in een emmer met zand en zet de emmer binnen, in een koele, donkere ruimte (zo’n 14-17 graden. Dus kelder, zolder of schuur). De wortels zullen stronkjes gaan vormen. Dit wordt ‘het trekken van witlof’ genoemd.
Zand kun je meenemen vanaf de hoop bij de winkel
Tip: Wil je de oogst iets uitstellen? Zet de wortels dan weg in een temperatuur die lager is dan 13 °C.
Oogst van de witlofstronkjes:
Zo’n vier weken nadat je de wortels hebt gepoot, oogst je de stronkjes.
Kijk tussen de 3 en 4 weken regelmatig, geef eventueel een slokje water (niet op de wortel/afgesneden blad maar ertussen) en oogst op het moment dat de witlofjes nog mooi dicht en wit met zachtgeel van kleur zijn. Hoe langer je wacht, des te losser en groener worden de kropjes.
Tip: Oogst de witlofjes door ze af te snijden en de onderkant van de stronken te laten staan. Hierdoor krijg je een tweede oogst.
Pluk de bladeren bij voorkeur als de bloemen zijn uitgekomen, eet de bladeren rauw of kook ze 10 minuten. De bloemetjes staan ook mooi over een salade. De bloemen kan je drogen om er in de winter, eventueel samen met andere kruiden, thee van te maken. Pluk de bloemen en droog ze op een donkere, warme luchtige plek.
Jong blad van de witte dovenetel wordt in het voorjaar toegepast in wilde kruidensalades. Ze zijn te gebruiken als spinazieblaadjes en er is lekkere soep van te koken.
Voel aan de kool van je keuze of deze al goed ‘gekropt’ is. Oftewel, als je knijpt in de kool, is deze dan hard? Zo ja, dan is ie oogstrijp. Snij de kool net boven de grond los van zijn wortelstok. De schutbladeren, die je niet wilt gebruiken, mag je op de kop (het begin of uiteinde) van het bed achterlaten.
Oogst vanaf het begin van het bed de wortels voor de voet weg (je gaat steeds verder waar de vorige is gebleven), dan komt er zo min mogelijk wortelaroma vrij en hebben we minder kans op de wortelvlieg. Zet de spitvork naast de wortel en ‘schep’ de wortel omhoog. Alle wortels die je omhoog werkt neem je mee. Ook het loof van wortels is eetbaar, of te gebruiken als thee.
Oogst vanaf het begin van het bed de wortels voor de voet weg (je gaat steeds verder waar de vorige is gebleven), dan komt er zo min mogelijk wortelaroma vrij en hebben we minder kans op de wortelvlieg. Zet de spitvork naast de wortel en ‘schep’ de wortel omhoog. Alle wortels die je omhoog werkt neem je mee. Ook het loof van wortels is eetbaar, of te gebruiken als thee.